Worsteling 2: Op 3 niveaus voorraad bijhouden
Om het productieproces goed te laten verlopen, is het cruciaal om op 3 niveaus de voorraden nauwkeurig bij te houden: in het planningssysteem (SAP ECC) van de multinational, in SAP EWM en in SAP ME. Het updaten van de voorraden zorgt voor een constante stroom aan berichten tussen de 3 systemen. Zowel het sturen als het terugsturen van componenten heeft daarbij invloed op het voorraadbeheer. Het is de uitdaging om de voorraden in alle drie de
systemen exact gelijk te houden, zodat iedereen over dezelfde informatie beschikt: de planner in SAP ECC, de warehouse supervisor in SAP EWM en de production engineer in SAP ME. Een ingebouwde ‘driehoek’ tussen de 3 systemen waarborgt en stroomlijnt een nauwkeurig voorraadbeheer. Iedereen kijkt in zijn eigen systeem, maar heeft dezelfde blik op de voorraad.
Worsteling 3: wijzigingen in productieplanning, zonder verstoring
werkzaamheden
Een productieplanning is niet altijd waterdicht. Soms treden er kleine of grotere veranderingen op. Hoe gaat een bedrijf om met deze wijzigingen in de productieplanning zonder de werkzaamheden in het Warehouse te verstoren? Bij de multinational ‘releasen’ we de productieorder bewust enkele dagen eerder. De aangemaakte order in ME wordt onmiddellijk doorgestuurd naar EWM. Hier maken we vervolgens een Production Material Request (PMR) aan. Na elke shift initiëren we dus een herplanning, die we doorzetten naar EWM. Bij verschuivingen – zowel vooruit als achteruit – kunnen we de planning direct aanpassen.
De release van productieorders vindt eerder plaats dan de start van de productie. Als deze orders in EWM zitten, kunnen we de staging ruimschoots op tijd doen. Na de staging wordt er niets meer aangepast in de PMR. Zo voorkomen we dat we de werkzaamheden in het magazijn constant verstoren. Alle drie de systemen zijn van deze herplanningen op de hoogte. Op papier klinkt deze oplossing heel eenvoudig. In werkelijkheid is het veel
complexer. Zeker bij machines die uit honderdduizenden onderdelen bestaan, waar slechts 2 tot 4 uur aan opslagruimte op de productielocatie is.
Worsteling 4: sluiten van productieorder en bijhouden
componentenconsumptie
Voor bedrijven is het cruciaal om zeer nauwkeurig de consumptie van componenten bij te houden. Deze consumptie heeft niet alleen consequentie voor de voorraad. Voor de afdeling finance/productcosting zijn deze cijfers belangrijk om het juiste verbruik van componenten en de bijbehorende kosten te berekenen. Ook hier geeft de ‘driehoeksverhouding’ tussen de 3 voorraadniveaus weer de doorslag. Tussen de 3 systemen ontstaat een zeer complex samenspel van berichten over het afboeken van componenten. Het doel is eenduidig: het juiste voorraadniveau in alle drie de systemen. De production engineer geeft in SAP ME het startsein voor afboeken. Vervolgens vindt er een automatische afboeking plaats in SAP EWM en uiteindelijk krijgt de planner in SAP ECC de berichten onder ogen. Dankzij dit samenspel beschikken ze alle drie over de juiste informatie.
Worsteling 5: hergebruik en opslag componenten en gereedschappen
Voor het productieproces van de multinational geldt dat niet alle ingeplande en/gebrachte componenten worden verbruikt. Dat geldt ook voor het gebruik van gereedschappen op de productielocatie. Na gebruik is het zaak om zowel de componenten als de gereedschappen te retourneren naar het opslagmagazijn. Om dit proces soepel te laten verlopen, maken we in SAP EWM een taak aan om de componenten en gereedschappen op te halen. Tegelijkertijd
houden we een nauwkeurige gebruiksregistratie bij. Deze registratie is belangrijk voor een tijdige controle, herijking of vervanging van gereedschappen. En de registratie geeft inzicht over de plek in het magazijn waar alles opgeborgen ligt.
Worsteling 6: uitzonderingen en bijstromen
Sommige componenten worden volgens planning aangeleverd voor een specifieke productieorder (order A). Door een plotselinge wijziging in de planning vindt er uitruil plaats naar een andere productieorder (order B). Vanzelfsprekend mag deze uitruil van componenten de werkzaamheden op de productielocatie niet verstoren. De communicatie tussen de 3 systemen regelt de uitruil tot in detail. In de praktijk betreft het vaak de uitruil van generieke producten. Denk aan schroefjes in allerlei soorten en maten of tie wraps. Het betreft niet alleen bulk-voorraden. Er vindt ook uitruil van zeer specifieke componenten plaats aan orders met een hogere prioriteit.
Worsteling 7: tellen van voorraad in work in progess
Tellen en bijhouden van componenten en gereedschappen die op voorraad liggen, is relatief eenvoudig. Veel lastiger is het als deze voorraad in Work in Progress is, de zogenoemde WIPvoorraad. Door een standaard functionaliteit in SAP EWM ziet de warehouse supervisor in één oogopslag de exacte voorraad van componenten in de Production Supply Area (shopfloor), dat is de ruimte die in het productieproces voorafgaat aan de workcenters. Deze voorraad
verandert als de production engineer componenten (uit)pakt en inscant en deze informatie via SAP ME terugkoppelt.
Meer informatie of afspraak maken?
Voor productieprocessen met veel uitdagingen en worstelingen hebben een aantal consultants van Aiden veel kennis in huis van SAP EWM, SAP ME en SAP ECC en de onderlinge koppeling tussen deze 3 beproefde SAP-oplossingen.
Herken jij je in bovenstaande worstelingen of wil je graag meer tekst en uitleg over de koppeling voor jouw
warehouse en productielocatie? Bel ons op tel.
088 060 5111 of neem contact met ons op via de
contactpagina.